Beperken migratie door EU: per saldo steun van rechts tot links (VK III)

Migratie wordt gezien als hét grootste vraagstuk waar (ook) de Europese Unie een belangrijke rol dient te spelen. Vooral de komst van asielzoekers uit veilige landen is Nederlanders een doorn in het oog, gevolgd door gezinsmigranten. Tegen de komst van ‘echte vluchtelingen’, kennis- en arbeidsmigranten bestaat minder weerstand. Er is weliswaar verdeeldheid over dit onderwerp tussen de verschillende kiezersgroepen, maar per saldo willen zowel rechtse als linkse kiezers dat de immigratie beperkt wordt. Zo blijkt uit het derde en laatste deel van het grote inhoudelijk onderzoek dat Ipsos I&O uitvoerde voor de Volkskrant in de aanloop naar de Europese Parlementsverkiezingen van 6 juni 2024.
04 juni 2024 | Maartje van de Koppel & Peter Kanne

Op 6 juni 2024 kunnen Nederlanders voor de tiende keer stemmen voor het Europees Parlement. In de aanloop naar deze verkiezingen deed Ipsos I&O – in opdracht van de Volkskrant – onderzoek naar vier grote thema’s: Europese integratie & uitbreiding, defensie, immigratie & asiel en landbouw, klimaat, voedsel & natuur. Op 25 en 30 mei publiceerde de Volkskrant de eerste verhalen, over defensie en landbouw. Daarover leest u hier en hier. Vandaag publiceert de Volkskrant het laatste verhaal, over immigratie en asiel. Hieronder volgen de belangrijkste resultaten.

Breed draagvlak verminderen immigratie

Dat een grote meerderheid van de Nederlanders meer wil doen om immigratie in te perken, is bekend. In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 concludeerde Ipsos I&O – destijds I&O Research – in onderzoek voor de Volkskrant al dat er een breed gedeelde wens was onder kiezers om immigratie naar Nederland te beperken, van links tot rechts. Het verbeteren van de asielopvang bleek een splijtzwam, iets waar links-progressieve kiezers zich wel achter schaarden, maar andere kiezers niet of nauwelijks. Immigratie werd hét thema van de Tweede Kamerverkiezingen.

Ook nu, voorafgaand aan de Europese Parlementsverkiezingen, zien we dat immigratie wordt beschouwd als een van de grote vraagstukken van deze tijd. En in vergelijking met de andere kwesties uit dit onderzoek – defensie, natuur, voedsel – blijkt immigratie het belangrijkste punt is voor de kiezers. Twee derde (68%) wil dat de EU meer doet om immigratie te beperken. Slechts zes procent wil minder inzet (de rest vindt het huidige beleid goed, of weet het niet).

Figuur 1: Vindt u dat de Europese Unie meer, minder of ongeveer evenveel moet doen om…
Basis: allen(n=2.2.05)

Vooral BBB- en PVV-kiezers willen dat immigratie beperkt wordt, maar ook onder kiezers van linkse en progressieve partijen willen eerder meer inzet van de EU voor migratiebeperking dan minder. Per saldo – zo kunnen we concluderen – willen kiezers van rechts tot links dat de Europese Unie de immigratie beperkt.

Figuur 2: Vindt u dat de Europese Unie meer, minder of ongeveer evenveel moet doen om de immigratie naar Europa te verminderen? Naar politieke voorkeur. Getoond in figuur: percentage minder doen en meer doen (niet getoond: ongeveer evenveel doen en weet niet). Basis: allen (n=2.205).

Vooral asielmigratie verminderen, minder prioriteit bij kennis- en arbeidsmigratie

Men wil in de eerste plaats dat de komst van asielzoekers uit veilige landen wordt beperkt (68% wil dat de EU meer doet om dit type migratie te beperken), gevolgd door gezinsmigranten (familieleden van vluchtelingen die naar hier komen om bij hun familie te kunnen zijn; 46%). Het beperken van de komst van andere typen migranten – vluchtelingen, arbeidsmigranten, buitenlandse studenten, kennismigranten – krijgt (beduidend) minder prioriteit. Bovendien is het inperken van de komst van asielzoekers uit veilige landen het enige type migratie waarvan kiezers van links tot rechts in meerderheid zeggen dat zij meer EU-inzet willen om dit te beperken. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor kiezers van GroenLinks-PvdA (60%) en Volt (58%). Aan het inperken van andere typen migratie willen de meesten links-progressieve kiezers niet meer doen.

Figuur 3: Verschillende typen migranten komen naar Europa en reizen binnen Europa tussen landen. Kunt u voor elk type migrant aangeven of u vindt dat de Europese Unie meer, minder of ongeveer evenveel moet doen om de immigratie naar en binnen Europa te verminderen?*
Basis: allen (n = 2.205).

Liever kennismigratie dan arbeidsmigratie…

Van de economische meerwaarde van migratie zijn de meeste kiezers niet overtuigd. Slechts een op vijf (19%) denkt dat immigratie Nederland meer oplevert dan het kost. Bijna een derde denkt van niet (32%), de rest weet het niet of staat er neutraal tegenover.

Maar ook hier is het belangrijk onderscheid te maken tussen typen migratie. Nederlanders zien vaker de economische voordelen van kennis- dan van arbeidsmigratie. Bijna de helft van de Nederlanders (48%) denkt dat het toelaten van meer kennismigranten goed is voor de economie (14% vindt dat niet). Daarentegen ziet slechts 30 procent het als iets goeds dat meer arbeidsmigranten worden toegelaten (26% vindt dat niet).

Figuur 4: In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stellingen?
Basis: allen (split-run: n = 1.104 en n = 1.101).

…maar ook arbeidsmigratie blijft nodig

Toch denkt een grote groep Nederlanders dat arbeidsmigranten nodig blijven. Slechts 22 procent vindt dat sectoren waar voornamelijk arbeidsmigranten werken, geen toekomst hebben (30% vindt dat niet, rest is neutraal of weet het niet). Bijna de helft (47%) denkt dat arbeidsmigranten nodig zullen blijven om personeelstekorten tegen te gaan. Slechts 18 procent denkt dat niet.

Men ziet vaker een behoefte aan arbeidsmigratie in sectoren als de land- en tuinbouw (49%) dan in de zorg (40%).

Arbeidsmigratie verminderen, behalve als huizen dan minder snel gebouwd worden

Aan de groep die wil dat de Europese Unie meer doet om de arbeidsmigratie te verminderen (34% van het totaal) legden we middels een split-run-experiment een aantal dilemma’s voor. Hoe denken zij over het verminderen van arbeidsmigranten in Nederland als een aantal nadelen – persoonlijk en voor Nederland – expliciet wordt gemaakt? Onderstaande stellingen werden steeds aan verschillende deelsteekproeven, allen representatief voor de bevolking, voorgelegd.

Over het algemeen zien we: ook als er een expliciet nadeel aan verbonden wordt wil men vaker wél (nog steeds) dan niet dat arbeidsmigratie verminderen. Het minste effect heeft het (mogelijk) later bezorgen van pakketjes, boodschappen of maaltijden: 73 procent wil dan nog steeds arbeidsmigratie verminderen (omgerekend: 24% van de totale bevolking is voorstander van inperking bij deze consequentie). Dat het beperken van arbeidsmigratie gevolgen kan hebben voor de prijs van boodschappen, zet de meesten evenmin aan hun gedachten te veranderen, al zegt nu een kwart (26%) ‘nee dan toch maar niet de arbeidsmigratie verminderen’.

Met de toevoeging dat huizen dan minder snel gebouwd worden, zien we een nog iets groter deel dat van mening verandert: 33 procent zegt in dat geval de arbeidsmigratie toch niet te willen verminderen. De helft (49%) houdt vast aan z’n eerdere mening: arbeidsmigratie verminderen.

Figuur 5: Bent u ook voorstander van het verminderen van het aantal arbeidsmigranten als dat in Nederland betekent dat… Basis: vindt dat EU (veel) meer moet doen om arbeidsmigratie te beperken (n = 762)

Download

Het overkoepelende beeld uit het onderzoek en het volledige onderzoeksrapport vindt u hier.

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van maandag 22 april t/m zondag 28 april 2024. In totaal werkten 2.205 Nederlanders van 18 jaar en ouder meer aan dit onderzoek. De steekproef is volledig getrokken in het I&O Research Panel. Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit in opdracht van de Volkskrant.

Een deel van de stellingen en vragen in dit onderzoek zijn aan de helft van de steekproef voorgelegd. Ten dele is dit om het effect van verschillende formuleringen van een stelling te kunnen bekijken. Sommige vragen werden aan de helft van de respondenten voorgelegd omdat de vragenlijst anders te lang zou worden. Ook deze steekproeven zijn representatief voor Nederlanders van 18 jaar en ouder.

Weging en marges
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.


We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Maartje van de Koppel

Onderzoeker

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.