Dalend draagvlak voor online gokken, maar aandeel spelers neemt toe

Uit de Online Kansspel Barometer van 2024 blijkt dat het aandeel Nederlanders dat het afgelopen jaar heeft deelgenomen aan online kansspelen is toegenomen: een op de zes Nederlanders heeft het afgelopen jaar online gegokt. Nederlanders zien daarentegen steeds minder vaak reclames en het draagvlak voor de legalisatie van de online gokmarkt onder het Nederlands publiek daalt. Nederlanders leggen de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van gokverslaving vooral bij aanbieders van online kansspelen.
31 mei 2024 | Sander Nieuwkerk & Nicole Nibbering

Sinds de legalisering van de online gokmarkt in 2021, voert Ipsos I&O de Online Kansspel Barometer uit in opdracht van de Nederlandse Online Gambling Associatie (NOGA) en de Vergunde Nederlandse Online Kansspelaanbieders (VNLOK). In de Barometer, die onafhankelijk van de opdrachtgevers wordt uitgevoerd, kijken we naar het online gokgedrag van de Nederlanders en de publieke opinie over online gokken.

Nipte toename aandeel spelers

Uit de Barometer van 2024 blijkt dat een op de zes Nederlanders (16%) het afgelopen jaar online heeft gegokt. Hiermee stijgt het aandeel spelers voor het tweede jaar op rij (2023: 13%; 2022: 11%). Net als in voorgaande jaren, is het aandeel spelers hoger onder jongvolwassenen (18-34 jaar) dan onder Nederlanders: 29 procent.

Figuur 1: aandeel spelers online kansspelen in Nederland sinds de legalisering van de online gokmarkt

In 2023 zagen we dat het aandeel risicospelers* onder Nederlanders stabiel was (42%), maar dat het onder jongvolwassenen steeg van 40 procent in 2022 naar 47 procent in 2023. Deze stijging zet zich niet door in 2024: 44 procent van de jongvolwassenen spelers behoort tot de groep risicospelers.

Nederlanders zien minder vaak reclame voor online gokken dan in 2023

De aangescherpte reclameregels lijken voorzichtig effect te sorteren: Allereerst ziet bijna driekwart van de Nederlanders (72%) weleens reclame voor online gokaanbieders. Dat aandeel lijkt hoog, maar ligt lager dan in 2023 en 2022 (resp. 75% & 80%).

Daarnaast zien Nederlanders steeds minder vaak reclames op televisie (67%), al blijft televisie het medium waar men het vaakst reclame denkt te zien. Aangezien tv-reclames door de aangescherpte reclameregels verboden zijn, is het echter mogelijk dat Nederlanders tv-reclames verwarren met programmasponsoring.  Verder zien Nederlanders vergeleken met vorig jaar wél vaker reclames op internet of sociale media. Met name jongvolwassenen zien vaak reclame op internet (63%) of sociale media (60%).

Bijna alle spelers spelen bij een vergunde aanbieder, maar toch weten ze niet hoe ze er een kunnen herkennen

De bekendheid met de legalisatie van de online gokmarkt is sinds 2022 stabiel: ook in 2024 weet acht tiende dat de markt gelegaliseerd is. De legalisering kan echter nog steeds niet op veel draagvlak rekenen. Ook jongvolwassenen vinden het nu vaker geen goed idee dat de online gokmarkt is gelegaliseerd, dan wel.

Figuur 2: Weet u hoe u een aanbieder met een vergunning kan onderscheiden van een aanbieder zonder vergunning?

Ondanks dat – net als in de voorgaande jaren – twee derde van de spelers niet weet hoe ze een aanbieder met een vergunning kunnen onderscheiden van een aanbieder zonder een vergunning, zeggen vrijwel alle spelers te spelen bij een aanbieder mét vergunning. Ook geeft een op de vijf spelers die sinds 1 oktober 2021 online hebben gegokt aan, overgestapt te zijn van een aanbieder zonder vergunning, naar een aanbieder met.

Online gokaanbieders dragen verantwoordelijkheid bij voorkomen van gokverslaving

Nederlanders leggen de zorgplicht voor een groot deel bij de online gokaanbieders. Zij moeten streng controleren op leeftijd en goede informatie geven over (risico’s van) gokken. Ook jongeren leggen de verantwoordelijkheid vaker bij de gokaanbieder. Zo vinden Nederlanders vaker dan in 2023 dat het instellen van speellimieten de verantwoordelijkheid is van de aanbieder en dat de kosten voor het voorkomen en behandelen van gokverslaving mede gedragen moet worden door aanbieders.

Van enkele maatregelen ter bescherming van spelers (zowel oude als potentieel nieuwe), is er het meeste vertrouwen in een maandelijks speellimiet per persoon en het minst in een zelfopgelegde ‘gokstop’. Het is echter de vraag hoe effectief de regels zijn voor de groep die ze het hardst nodig heeft. Sommige risicospelers geven namelijk (in een hypothetische situatie) aan te zullen overstappen naar een andere online gokaanbieder als bepaalde regels worden ingevoerd.

Download

Het volledige rapport leest u hier.

Onderzoeksverantwoording

Deze uitkomsten zijn gebaseerd op online onderzoek van Ipsos I&O onder een representatieve steekproef van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking (n=2.806, waarvan n=1.346 18-34-jarigen) tussen 29 maart en 11 april 2024. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van NOGA en de VNLOK.

Afwijkingen tussen de samenstelling van de steekproef en de samenstelling van de Nederlandse stemgerechtigde bevolking op de kenmerken leeftijd, geslacht, opleiding en regio zijn door middel van een weging gecorrigeerd. Uitkomsten zijn daarmee representatief voor Nederlanders vanaf 18 jaar op deze kenmerken.

* De berekening van het aandeel risicospelers is gedaan middels twee vragen. In andere onderzoeken, zoals voor het WODC, wordt er gebruikgemaakt van de PGSI. Om trends te kunnen blijven signaleren hebben we de oude ‘versimpelde’ methode aangehouden.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Sander Nieuwkerk

Senior onderzoeker

afbeelding

Nicole Nibbering

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.