De Europese defensie moet sterker, zo klinkt het (tamelijk) eensgezind (VK I)

Een ruime meerderheid van de Nederlanders wil dat Europese Unie zich inzet om de Europese defensie te versterken. Zorgen om oorlogen en geopolitieke verhoudingen maken dat Europese militaire samenwerking op breed draagvlak kan rekenen. Op andere punten is men niet voor meer Europese machtsvorming. Voor het toetreden van kandidaat-lidstaten is weinig steun. Zo blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O in opdracht van de Volkskrant.
25 mei 2024 | Maartje van de Koppel & Peter Kanne
De Europese defensie moet sterker, zo klinkt het (tamelijk) eensgezind (VK I)

Op 6 juni 2024 kunnen Nederlanders voor de tiende keer stemmen voor het Europees Parlement. Eerder deze week publiceerden we al onderzoek over opkomst, partijvoorkeuren en hoe Nederlanders tot hun keuze komen met als conclusie ‘De EP-verkiezingen zijn sterk landelijk gekleurd’. 

Dit onderzoek – dat Ipsos I&O uitvoerde in opdracht van de Volkskrant – gaat dieper in op vier grote thema’s voor deze verkiezingen: Europese integratie & uitbreiding, defensie, immigratie & asiel en landbouw, klimaat & natuur.

Vandaag – zaterdag 25 mei – publiceert de Volkskrant het eerste verhaal over dit onderzoek: over Europese integratie en defensie. Later volgen verhalen over landbouw en immigratie. Met de publicatie van het laatste verhaal – waarschijnlijk dinsdag 4 juni – zullen wij ook het volledige onderzoeksrapport publiceren. Hieronder de belangrijkste resultaten over de Europese integratie, defensie en de overkoepelende vraag: wat zijn de grote vraagstukken van deze tijd?

Wonen, immigratie en internationale onveiligheid grote vraagstukken van deze tijd

Op de vraag ‘Wat zijn volgens u de grote vraagstukken – problemen die dringend om een aanpak of oplossing vragen – van deze tijd?’ komen vooral wonen (64%) en immigratie (60%) naar boven. Vervolgens beschouwt meer dan de helft (54%) internationale onveiligheid en oorlogen als een van de belangrijkste vraagstukken. Daarna volgen klimaat (41%), digitale onveiligheid (36%) en groeiende tegenstellingen in de samenleving (36%).

In 2019 – destijds ook een maand voor de Europese verkiezingen – waren immigratie en klimaat de belangrijkste thema’s. Klimaat zakte de afgelopen vijf jaar weg in relevantie, terwijl immigratie belangrijker werd. Het belang van wonen nam eveneens flink toe, net als dat van internationale onveiligheid.

Internationale onveiligheid en oorlogen is bij uitstek een thema waar Nederlanders ook een belangrijke rol voor de EU zien. Onderzoeker Maartje van de Koppel zegt daarover in de Volkskrant: ‘Nederlanders zijn eigenlijk helemaal niet zo blij met de EU, maar tegelijkertijd wordt het belang ervan wel gezien. Bij internationale thema’s als defensie voelen kiezers dat je als EU-blok sterker staat.’

Nederlanders willen dat EU meer doet om defensie te versterken

Kiezers vinden internationale onveiligheid en oorlogen dus een van de belangrijkste thema’s van deze tijd. Dat zien we terug in een breed gevoeld belang van Europese defensie. Bijna twee derde van de Nederlanders (62%) vindt dat de EU meer moet doen om Europese defensie te versterken. Slechts 6 procent vindt dat de EU minder moet doen op dit gebied (de rest staat er neutraal tegenover of weet het niet). Bovendien zien we hier weinig politieke verschillen; het minste enthousiasme voor Europese defensie is er onder PVV-kiezers, maar ook onder deze kiezers vindt 57 procent dat de EU meer aan defensie moet doen.

Onderzoeker Peter Kanne zegt hierover in de Volkskrant: ‘Het is interessant dat er zo weinig polarisatie optreedt op het gebied van defensie. Bij onderwerpen als klimaat en immigratie zie je dat veel meer. Over defensie is men het van links tot rechts redelijk eens. Dat heeft met de oorlog in Oekraïne te maken. Zo’n oorlog verenigt.’

‘Europese Unie moet op defensie onafhankelijker zijn’

Het belang van Europese defensie wordt onderstreept door geopolitieke zorgen. Twee derde (67%) vindt dat de Europese Unie op het gebied van defensie te afhankelijk is van de Verenigde Staten (slechts 4% vindt dat niet; de rest is neutraal of weet het niet). Bovendien maakt de helft van de Nederlanders zich zorgen over de invloed van niet-Europese landen op de Europese (51%) en Nederlandse (54%) politiek. Zes op tien (61%) vrezen dat niet-EU landen (zoals Rusland of China) de Europese Parlementsverkiezingen proberen te beïnvloeden. Dit zijn breed gedeelde zorgen, die onder kiezers van alle partijen leven.

Zorgen over oorlog

Ook zorgen over oorlogen op of aan de rand van het Europese continent spelen mee. Zowel over de oorlog in Oekraïne (79%) als over de oorlog tussen Israël en de Palestijnen (73%) maken Nederlanders zich zorgen. Een meerderheid ziet graag dat de EU de sancties richting Rusland opschroeft (62%). Als het gaat om het direct helpen van Oekraïne op defensief vlak is men terughoudender, vooral als het van Nederland moet komen: de helft is voor het leveren van meer wapens en materieel door de EU (52%), slechts 41 procent vindt dat Nederland meer wapens moet leveren.  Een minderheid is voor het sturen van Europese (21%) of Nederlandse (15%) militairen.

Vier op tien willen Europees leger

Er is geen meerderheid voor het vervangen van het nationale leger door een Europees leger. Toch is er een substantiële minderheid van 42 procent die daar wel heil in ziet. Eén op vijf (21%) ziet dat niet zitten (de rest staat er neutraal tegenover of heeft geen mening). Kiezers van GroenLinks-PvdA zijn vaker voor een Europees leger (51%) dan VVD- (37%) en PVV-kiezers (38%).

Als we respondenten – in een andere steekproef – expliciet voorleggen dat een Europees leger ten koste van de Nederlandse defensie industrie kan gaan, verliest het idee aan steun (nog 35% is er dan voor). Vooral PVV-kiezers zijn er nu minder enthousiast over (38% naar 25%).

Niet méér EU

De roep om meer Europese machtsvorming zien we niet terug in de houdingen over eventuele uitbreiding en verdere integratie van de EU. Voor het toetreden van kandidaat-lidstaten is weinig steun. Over het toetreden van Oekraïne is men nog het meest enthousiast: 36 procent is voor, maar een gelijk aandeel is tegen (de rest weet het niet).

Ook voor meer bevoegdheden naar de EU is weinig enthousiasme. Bijna de helft van de Nederlanders (44%) laat grote uitdagingen in de toekomst dan ook het liefst aanpakken door Nederland weer meer macht te geven, ten koste van de invloed van de EU. Slechts 18 procent wil de EU meer macht geven – dat zijn met name linkse en progressieve kiezers. Anderzijds, als het gaat om grensoverschrijdende problemen – immigratie, oorlogen, klimaatverandering, digitale onveiligheid, natuurherstel – ziet men wel een rol voor de EU.

Dat Nederlanders terughoudend zijn als het gaat om een toenemende macht van Europa, dient ook begrepen te worden in het licht van de kritische kijk die Nederlanders hebben op de EU: drie op tien (30%) zijn tevreden met de verdiensten van de EU, bijna de helft (48%) is dat niet. Tevreden burgers waarderen de inzet van de EU op onder meer het gebied van klimaat en de oorlog in Oekraïne, maar er is kritiek op de ‘logge bureaucratie’, die te duur, te divers en te bemoeizuchtig zou zijn.

Onderzoeksverantwoording

Dit onderzoek vond plaats van maandag 22 april t/m zondag 28 april 2024. In totaal werkten 2.205 Nederlanders van 18 jaar en ouder meer aan dit onderzoek. De steekproef is volledig getrokken in het I&O Research Panel. Ipsos I&O voerde dit onderzoek uit in opdracht van de Volkskrant.

Een deel van de stellingen en vragen in dit onderzoek zijn aan de helft van de steekproef voorgelegd. Ten dele is dit om het effect van verschillende formuleringen van een stelling te kunnen bekijken. Sommige vragen werden aan de helft van de respondenten voorgelegd omdat de vragenlijst anders te lang zou worden. Ook deze steekproeven zijn representatief voor Nederlanders van 18 jaar en ouder.

Weging en marges

De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Maartje van de Koppel

Onderzoeker

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.