Weinig vertrouwen in welslagen formatie

Voor de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB nadert de deadline voor de formatie. Op woensdag 15 mei zullen zij – zo hebben ze met de informateurs afgesproken – een akkoord of hoofdlijnen moeten hebben gesloten. Om te achterhalen wat kiezers hopen en verwachten over de formatie voerde Ipsos I&O – van vrijdagmiddag 9 tot maandagochtend 12 mei een opinieonderzoek uit. Het vertrouwen in het welslagen is laag, en als de formatie mislukt willen beduidend meer kiezers nieuwe verkiezingen dan een poging over links
15 mei 2024 | Asher van der Schelde & Peter Kanne

Voor de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB nadert de deadline voor de formatie. Op woensdag 15 mei zullen zij – zo hebben ze met de informateurs afgesproken – een akkoord of hoofdlijnen moeten hebben gesloten. Om te achterhalen wat kiezers hopen en verwachten over de formatie voerde Ipsos I&O – van vrijdagmiddag 9 tot maandagochtend 12 mei een opinieonderzoek uit. Het vertrouwen in het welslagen is laag, en als de formatie mislukt willen beduidend meer kiezers nieuwe verkiezingen dan een poging over links. 

Rechtse coalitie nog altijd meest populair
Kiezers zien de combinatie van PVV, VVD, NSC en BBB nog altijd als de meest geschikte optie voor een nieuw kabinet. Ruim een derde (36%) van de kiezers is positief, terwijl een iets kleiner deel (31%) negatief is. Vooral kiezers van PVV en BBB zijn erg enthousiast. Onder VVD’ers lijkt het enthousiasme juist iets af te nemen (vorige maand was 58% positief, nu nog 48%). Ook NSC’ers zijn niet onverdeeld te spreken over deze samenstelling (50% is positief).

Andere mogelijke regeringscombinaties kunnen op minder steun rekenen. Een variant door het midden (GL-PvdA, VVD, NSC en D66) heeft de steun van een kwart, voornamelijk links-progressieve kiezers.

Weinig hoop op goede afloop
Kiezers zijn relatief sceptisch over een goede afloop van de formatie. De helft (51%) denkt dat het niet zal lukken, een derde (34%) denkt dat van wel. PVV- en BBB-kiezers springen er bovenuit als de meest hoopvolle kiezersgroepen, gevolgd door NSC-kiezers. VVD’ers denken vaker dat het niet dan wel zal lukken om een akkoord te sluiten,

Bij mislukken formatie kijkt helft naar NSC
Mocht het de partijen niet lukken om een kabinet te formeren legt de helft van de kiezers – op voorhand al – de verantwoordelijkheid bij NSC verantwoordelijk voor. PVV (29%) en VVD (26%) worden minder vaak genoemd als mogelijke verantwoordelijke, slechts 16 procent wijst naar BBB.

De meeste kiezers van de formerende partijen (behalve NSC zelf) wijzen dus naar NSC. Een veelgehoord kritiekpunt is dat partijleider Pieter Omtzigt te veel zou twijfelen en zijn beloftes niet nakomt. Critici denken dat hij liever niet in deze rechtse coalitie stapt. Hij wordt door meerdere kiezers gezien als star en weinig compromisbereid.

Kiezers die – mochten de partijen er niet uitkomen – denken dat dat aan de PVV ligt, wijzen vooral naar de – in hun ogen – extreme standpunten van de partij die het bemoeilijken om een coalitieakkoord te sluiten. De VVD wordt verweten het ‘voor het zeggen te willen hebben’ ondanks het verkiezingsverlies van afgelopen november.

Bijna helft: nieuwe verkiezingen als formatie mislukt
Mocht de formatie mislukken vindt 45 procent dat het tijd is voor nieuwe verkiezingen. Vooral PVV-kiezers zijn deze mening toegedaan. Links-progressieve kiezers vinden doorgaans voor dat GroenLinks-PvdA nu aan de beurt is een poging te doen om tot een kabinet te komen. Op rechts is hier weinig draagvlak voor, waardoor in totaal 28 procent deze variant prefereert.

Een nieuwe poging voor de vier tot nu toe formerende partijen is impopulair. Veertien procent ziet dit als de meest ideale vervolgstap als de formatie mislukt.

Overeenstemming op ‘culturele’, verschillen op sociaaleconomische onderwerpen
In totaal vindt 65 procent het belangrijk dat een mogelijk regeerakkoord een asielstop bevat, voor 28 procent is dat zelfs van essentieel belang. Slechts 6 procent is hier tegen. Vooral PVV’ers hechten veel waarde aan een asielstop: zeven op de tien noemt een asielstop essentieel, nog eens 28 procent vindt dit (heel) belangrijk. Kiezers van de andere formerende partijen vinden deze mogelijke maatregel minder vaak essentieel maar doorgaans wel belangrijk. Ook kiezers van BBB, NSC en VVD willen driekwart van de gevallen of meer een asielstop.

Extra investering in Defensie (68%) wordt eveneens belangrijk gevonden en ook hier lopen de kiezers van de formerende partijen elkaar niet veel.

Op sociaaleconomische issues liggen de kiezers van de formerende partijen verder uit elkaar. Kiezers van VVD en in mindere mate NSC pleiten vaker voor een behoedzaam financieel beleid (geen AOW-leeftijd-verlaging of afschaffen eigen risico) dan kiezers van PVV en BBB.

Onderzoeksverantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdagmiddag 9 mei tot maandagochtend 12 mei. In totaal werkten 1.839 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. De steekproef is grotendeels getrokken in het I&O Research Panel. 100 respondenten met een niet-westerse achtergrond deden mee via Panelclix.

Weging en marges
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in november 2023. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS). Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Bij onderzoek is er sprake van een betrouwbaarheidsinterval en onnauwkeurigheidsmarges. In dit onderzoek gaan we uit van een betrouwbaarheid van 95 procent. Bij een steekproef van n=2.000 en een uitkomst van 50 procent is er sprake van een foutmarge van plus of min 2,2 procent.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

afbeelding

Peter Kanne

Senior onderzoeksadviseur

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.